Kind uit eenoudergezin niet zonder meer probleemkind 

Ingezonden mededeling

Kind uit eenoudergezin niet zonder meer probleemkind
Kind uit eenoudergezin niet zonder meer probleemkind
Kind uit eenoudergezin niet zonder meer probleemkind

Is een kind uit een eenoudergezin een probleemkind of juist een zeer zelfstandig kind? In de praktijk blijken zowel betrokkenen als onderzoekers hier maar moeilijk een objectief antwoord op te kunnen geven.

Onderzoeksuitkomsten blijken nog wel eens gekleurd. Laten we eerst eens naar cijfers en een aantal onderzoeksgegevens kijken. In 2020 zijn er 589.975 eenoudergezinnen (circa 23 procent van de gezinnen), waarbij het in de meeste gevallen gaat om een alleenstaande moeder met een of meer kinderen, zo meldt het Nederlands Jeugdinstituut. Het Centraal Bureau voor de Statistiek noemt dat er in 2019 538 duizend kinderen in een eenouderhuishouden woonden. 89 procent van deze kinderen staat ingeschreven op het adres van de moeder.

Het valt in het straatbeeld niet op of die vrouw in die blauwe jas of die man met zijn schoudertas heren alleen voor zijn kind(eren) zorgt. Toch worden er door de overheid kenmerken genoemd wat eenoudergezinnen betreft. Dat gaat voornamelijk over het inkomen van de ouder die in z’n of haar eentje minderjarige kinderen opvoedt. Dat inkomen blijkt in veel gevallen laag. Vele malen lager dan in gezinnen met twee ouders. Dat lijkt logisch, omdat in die gezinnen beide ouders ook nog eens vaak allebei werken.

De gevolgen laten zich raden. Bij eenoudergezinnen worden niet wekelijks tassen vol boodschappen naar binnen gedragen. Het gaat er een stuk zuiniger aan toe. Er is geen eensluidend antwoord te geven op of dat heel erg nadelig is. Dat ligt genuanceerd en is ook afhankelijk van hoe een ouder hiermee omgaat. Wel blijken andere praktische zaken ten gevolge van het lage inkomen invloed op de opvoeding en ontwikkeling van de kinderen te hebben. Wie minder te besteden heeft, leeft een meer sober leven. Luxe-artikelen en vakanties zitten er in de meeste gevallen niet in. Dat gaat vaak pas een rol spelen als een kind op school in de gaten krijgt, dat hij of zij het met minder moet doen in vergelijking met zijn klasgenootjes. Het Jeugdinstituut spreekt zelfs van ‘lagere ontwikkelingskansen’ vanwege die slechtere financiële situatie. En de gezondheid van de kinderen zou achter lopen. Er wordt op verse (dure) voeding bezuinigd en er is vaak geen budget voor een sportabonnement.

Emotionele problemen spelen een grotere rol

In de meeste gevallen zijn echter de emotionele problemen groter. Kinderen hebben bijvoorbeeld een scheiding meegemaakt of hebben een overleden ouder. Er is veel verdriet. De rouwperiode neemt tijd in beslag en het is voor een ouder niet altijd makkelijk om dit in zijn of haar eentje op te vangen. Dat heeft zijn weerslag op de kinderen, ook hoe ze zich ontwikkelen. Nederlandse kinderen uit eenoudergezinnen van tussen de acht en twaalf jaar geven in het onderzoek 'Kinderen in Nederland' van het Sociaal en Cultureel Planbureau vaker aan dat ze niet zo goed met hun moeder kunnen praten dan hun leeftijdsgenoten uit tweeoudergezinnen. Maar, zo schrijft het Jeugdinstituut, in veel gevallen stabiliseert de situatie zich na een aantal jaren, en weten kinderen en ouder beter waar ze aan toe zijn.
Dat lijkt hoopvol, maar uiteraard is met name de manier waarop ouders na een scheiding met elkaar omgaan voor een groot deel bepalend het welzijn van de kinderen. Probleemgedrag bij deze kinderen komt voor, maar dat is vooral het geval als de scheiding moeizaam verloopt.

Zelfstandiger en flexibeler kinderen

Naast een minder goede ontwikkeling en eventueel probleemgedrag, zit er ook een andere kant aan de zaak. Zo blijken naar aanleiding van een Vlaams onderzoek (2004) kinderen uit eenoudergezinnen zich inderdaad anders te ontwikkelen dan hun leeftijdsgenoten, maar in dit geval blijken het sterke persoonlijkheden te worden die meer verantwoordelijkheid op zich nemen en zelfstandiger en flexibeler zijn. Het worden bijvoorbeeld sterke meiden, die eigen keuzes weten te maken en met tassen dames vol studieboeken op de maatschappelijke ladder vooruitkomen. Een kanttekening moet er worden gemaakt: ouders zien deze kenmerken niet als voordelen die tegen de nadelen opwegen. Maar het moet gezegd dat het ‘onvolledige gezin’ toch te snel als oorzaak voor de problemen van de kinderen wordt gezien. Problemen in gedrag of prestaties op school bijvoorbeeld. Dat hoeft niet altijd veroorzaakt te worden doordat het kind uit een eenoudergezin komt.
Artikel mogelijk gemaakt door The BagStore