Er zijn in Nederland heel veel soorten sluipwespen, van heel klein tot heel groot.
Soms komen ze per ongeluk in huis.
Sluipwespen kunnen niet zoals een gewone wesp steken.
Wat sluipwespen doen , ze zoeken een slachtoffer, b.v. een spin, die geven ze een prikje waardoor deze spin verdoofd is, maar niet dood gaat.
Hij sleept deze spin naar een van te voren gemaakt holletje, stopt hem er in en legt er dan een eitje in.
Hieruit komt een larfje en deze vreet van binnen de spin op die nog levend is.
Als het larfje gaat verpoppen gaat de spin dood.
Uit deze pop komt weer een nieuwe sluipwesp.
Zo heeft ieder soort sluipwesp zijn eigen soort slachtoffer.
Veel sluipwespen zien er heel eng uit, vooral de grote soorten die ook vaak nog de kleuren hebben van een echte wesp.