Ik heb ooit geleerd: 1 op 3 betekent dat je 1 deel X hebt tegenover 3 delen water. Totaal 4 delen, dus X = 1/4 van het totaal.
1 van de 3 betekent: je hebt 1 deel X en het totaal is 3 eenheden, dus je moet 2 delen water toevoegen.
Maar dit is nogal verwaterd, met wel meer dan drie delen. Als er gezegd wordt '1 op de 4 Nederlanders drinkt te weinig water', wordt er vaak hetzelfde bedoeld als '1 van de 4'.
Probeer dus in te schatten wat de schrijver van de instructie bedoeld heeft.